
Kunstenares vol creatieve ideeën
“Uit de chaos moet het wonder komen,” aldus kunstenares Ans Bakker van der Pluijm (85 jaar). Op haar 45ste, toen haar kinderen wat ouder waren, had ze voor het eerst echt tijd voor zichzelf. Ze koos voor een opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie. Een mooie tijd, maar ook zwaar. “Soms was ik zo moe dat ik er mee wilde stoppen.” Eén van de mooiste momenten uit haar carrière was het moment dat er voor het eerst meerdere van haar schilderijen in de Kunstuitleen van Almelo hingen. “Toen kwam het besef: jee, ik ben een kunstenaar. Ik ben het nooit normaal gaan vinden dat iemand mijn schilderij mooi vindt, dat iemand het snapt.” In 2016 was een overzichtstentoonstelling van haar werk in Museum Jan van der Togt te zien.
In de woning van Ans voert kunst de boventoon. Op welke verdieping ook, overal zijn haar schilderijen te zien. Ze is monter, zit vol energie en plannen. “Ik ben nog lang niet klaar.” Over een aantal weken wordt haar werk geëxposeerd in Bloemendaal. Het is werk uit haar nieuwe serie, waarin rode lijnen een grote rol spelen. “Die lijnen zijn geïnspireerd op doeken die werden opgehangen in de straten van Aleppo. Dankzij deze doeken, die in de straten werden gehangen, konden vrouwen veilig boodschappen doen, aan het oog van de sluipschutters onttrokken.” Ze is nog niet uitgekeken op de rode lijnen, er valt meer te ontdekken.
Haar woning doet voor de buitenstaander chaotisch aan. “Maar ik weet alles te vinden.” Ze voegt daad bij het woord door één van de laadjes open te trekken. “Hier bewaar ik zonnebrillen.” Het is geordende chaos, net als in haar schilderijen. “Uit de chaos moet het wonder komen. Elk schilderij is het resultaat van een lange zoektocht. Al schilderend kom ik tot de kern: een gewaarwording, gevoel of idee.”
‘Al schilderend kom ik tot de kern.’
De ontvangst is hartelijk, met muntwater, koekjes, chocolade en aardbeien. Ze is klaar voor het interview. “Mijn man was een aantal jaar met een studie bezig, vertelt Ans. “Maar hij zei vaak: ‘als ik klaar ben, ben jij aan de beurt’. Op mijn 45ste had ik de tijd om te gaan studeren. De vijf jaar aan de Gerrit Rietveld Academie was een heerlijke tijd, ik voelde me als een vis in het water. Het was ook zwaar: een studie volgen, een huishouden runnen en een gezin, het viel niet mee. Soms was ik zo moe dat ik het wilde opgeven. Dan monterde mijn man me weer op, beloofde hij met de kinderen taken van me over te nemen. Twee dagen ging dat goed en dan verslofte dat weer. Niet met opzet, maar zo ging het nu eenmaal. Als vrouw kun je nu nooit helemaal jezelf zijn: er worden altijd dingen van je verwacht. Een man komt thuis en alles staat klaar – voor een vrouw geldt dat niet. Vrouwen voelen zich bovendien vaak schuldig – dat heb ik nog steeds wanneer ik aan het schilderen ben. In het verleden dacht ik: moet ik geen tijd aan mijn het gezin of het huishouden besteden? Nu voel ik me schuldig ten opzichte van familie en vrienden.”
De jaren na de academie waren gouden jaren voor Ans. “Ik schilderde veel, dagelijks van half 10 tot 14 uur was ik aan het schilderen. Ook had ik de één na de andere expositie.” Pas toen de Kunstuitleen in Almelo meerdere van haar schilderijen ophing, voelde ze zich kunstenaar. “Dat hebben we gevierd met een etentje.” Maar er waren ook momenten dat ze niet kon schilderen. “Ik heb tien jaar mijn man verzorgd. Hij was ziek. In die jaren heb ik mezelf weggecijferd, en was er geen ruimte om te schilderen. Praten ging niet meer met mijn man, we moesten op een andere manier communiceren. Achteraf vraag ik me weleens af hoe ik het heb volgehouden.”
‘Op de Academie kreeg ik het advies niet mijn voornaam te vermelden op het schilderij.’
Ans is succesvol als kunstenaar, maar leerde op de academie al dat binnen de beeldende kunst de vrouw niet dezelfde aandacht krijgt als mannelijke collega’s. “Op de academie kreeg ik het advies niet mijn voornaam te vermelden op het schilderij. Omdat er meer A. Bakker’s in de kunst zijn, onderteken ik mijn schilderijen nu met A. Bakker van der Pluijm.” Volgens Ans is er binnen de kunstwereld nog steeds een verschil in waardering tussen werk van mannelijke en vrouwelijke kunstenaars. Onzin natuurlijk, al is ze niet het type om op de barricade te gaan staan. “Dat moeten anderen maar doen.” Maar ook zonder actievoeren draagt ze bij aan het verbeteren van de positie van de vrouw binnen de kunstwereld. Niet voor niets kreeg ze een overzichtstentoonstelling in het Jan van der Togt Museum.
Zelf vindt ze zich geen heldin, ze is immers ‘slechts’ kunstenaar. Haar zorgzaamheid voor haar man, dat gaat meer richting een heldendaad. “Ik vind vrouwen die zich helemaal kunnen wegcijferen voor een ander een heldin.” Ze heeft bewondering voor Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam. “Zij zal het absoluut zwaar hebben. Er is een aantal mensen dat haar willen zien falen. Daarmee zit ze in een moeilijke situatie. Toch gaat ze door. Het is een sterke en intelligente vrouw.”